De tocht begint slecht: opstaan om half drie. Gelukkig hebben we de avond ervoor alles ingepakt, zodat we niet te veel tijd verliezen. 0m kwart voor drie zijn we gewassen en aangekleed en gaan we met de zware rugzakken naar beneden. Stilletjes om de rest van het guesthouse niet wakker te maken. Beneden staat de taxi al te wachten. We hadden afgesproken dat hij ons om drie uur zou oppikken en gelukkig is de taxichauffeur een man van zijn woord.
Rustige rit naar de luchthaven. Op een half uurtje zijn we er. De rugzakken inpakken en we kunnen onmiddellijk inchecken. Dan weer wachten. Vliegen schijnt voor meer dan de helft te bestaan uit wachten op vliegtuigen!
De luchthaven van Bangkok is nu een jaar of drie oud en een van de mooiste luchthavens waar we ooit geweest zijn. Helemaal opgetrokken in staal en glas en uiterst efficiënt en duidelijk. Toch duurt ook hier het wachten lang.
Eindelijk aan boord. We vliegen met Air Asia: vriendelijke stewardessen met mooie uniformen. De vlucht zelf is vrij hobbelig: veel turbulentie. Na een vlucht van vier uur landen we in Denpassar, de luchthaven van Bali.
Het voelt hier onmiddellijk anders aan dan in Thailand : even warm, maar minder vochtig. Het is net of je hier meer lucht hebt om te ademen. Visum krijgen (25 dollar per persoon) en douane passeren vormen geen probleem. Geld wel: een Euro is ongeveer 12 000 Indonesische roepie waard. Drie jaar geleden was dat nog 15000 roepie: in vergelijking is de euro hier dus heel fel in waarde gezakt (of de roepie sterk gestegen, natuurlijk). Het probleem met die roepies is dat alles hier onmiddellijk tienduizenden roepies kost!
Met de 'airporttaxi' naar Seminyak. De rit duurt zo'n twintig minuten. Seminyak is een deelgemeente van Kuta, gelegen aan een stralende blauwe zee. We hebben via e-mail gereserveerd in hotel 'Grand Kumala'. Heel mooi hotel. Twee zwembaden, gelegen in een paradijselijke, tropische tuin. De kamers zijn gebouwd in Balinese stijl met deuren versierd met houtsnijwerk, mooie badkamer, airco, elke dag vers drinkwater op de kamer enz. Hier zullen we het wel enkele dagen uithouden!
Onze bedoeling is om hier, na het jachtige Bangkok, enkele dagen tot rust te komen en te wennen aan een nieuw land met andere gewoonten en een andere cultuur.
Een van de eerste dingen die we doen is dus gaan eten. Indonesië kent verschillende soorten eetgelegenheden, van grote, westerse-stijl-restaurants tot stalletjes op het strand. Wij kiezen voor een tussenvorm: de 'warung'. Een warung is een klein eethuisje met een zelfbedieningssysteem. Je stapt naar een grote toog waar verschillende schalen met voedsel klaarstaan een je wijst wat je wil hebben: gele, witte of bruine rijst, kip, vis, tofu, een ei, verschillende soorten groenten, ...
Een knap Indonesisch meisje (klein, slank, bruin, vriendelijk, met een lange, zwarte paardenstaart) laadt je bord vol. Je betaalt, zoekt een plaatsje en kan gaan eten. Een idee van de prijzen: een schotel met rijst, viscurry twee soorten groenten en twee soorten sambal kost ongeveer 18 000 roepie of anderhalve euro. Hetzelfde, maar in plaats van de viscurry een vegetarische tofucurry, kost je 9000 roepie of 75 eurocent. Een grote fles koud water betaal je 5000 euro (45 eurocent). Het eten is heel lekker en de sambal is pikant. Wat kan een mens nog meer verlangen?
We brengen onze dagen door met wandelen (lange strandwandelingen), aan het zwembad liggen, zwemmen, e-mailen en skypen, boeken lezen en gaan eten (niet in die volgorde!).
Hier blijven we een paar dagen. Daarna vertrekken we naar Ubud voor een portie cultuur.
Enkele foto's kan je bekijken op :
Groetjes