dinsdag 6 september 2011

Java.


Het vertrek uit Bali verliep feilloos, de aankomst op Java niet. We arriveren hier te midden van de moslimfeestelijkheden, met als gevolg dat de meeste handelszaken gesloten zijn. Op zich niet erg, behalve dat de 'tourist information' ook dicht is. Dat betekent dat we zelf een hotel moeten zoeken (vorige keer hebben zij ons een goed en goedkoop hotel aan de hand gedaan), maar ook, en dat is veel erger, dat we niet naar het Meru Betiri National Park geraken!
We nemen twee kamers in het 'Banyuangi Beach Hotel'. Na de mooie verzorgde hotels op Bali is dit een afknapper. Gedaan met de mooi aangelegde tuinen, hier enkel 'straten' van dezelfde bungalows. Op zich wel netjes, maar saai en gespeend van elke schoonheid. Ook de kennis van het Engels is hier beduidend minder dan op Bali.


Maar dan breekt plots het licht door: terwijl An tickets aan het bestellen is om dan maar naar Malang door te reizen, komt er opeens een ambtenaar in uniform aan die verklaart van de toeristische dienst te zijn. Om een lang verhaal kort te maken: we boeken een terreinwagen met chauffeur en overnachting voor drie personen in het 'Meru Betiri National Park'. Dit natuurreservaat is vooral bekend omwille van het feit dat de zeeschildpadden hier op het strand ('Turtle Beach') hun eieren komen afzetten. Als toerist kan je, onder begeleiding, deze gebeurtenis bijwonen.
We zijn dus vol verwachting.
De tocht ernaartoe is hels. De terreinwagen is een absolute noodzaak. We worden gedurende twee van de vier uur ongelofelijk door mekaar geschud. We zijn blij als we eindelijk toekomen.
Onze gids die we hier toegewezen kregen is wat aan de luie kant: de broedplaats en de crèche ('het aquarium') moeten we op eigen kracht bezoeken. Gelukkig weten we van vorige keer hoe het er hier aan toe gaat: als een schildpad haar eieren legt, worden die weggenomen door de 'rangers'. Die begraven de eieren dan opnieuw in grote zandbakken op het terrein, netjes afgeschermd tegen wilde dieren en Indonesiërs (schildpadeieren zijn hier een delicatesse!) en voorzien van een bordje met de 'oogstdatum'. Na een tijdje komen er dan kleine schildpadjes (zo'n 8 cm) uit het zand gekropen. Die worden een tijdje in grote bakken met zeewater gehouden tot hun borstschild niet meer buigzaam is en ze sterk genoeg geacht worden om in zee vrijgelaten te worden.
Na onze rondgang door de crèche vraagt de gids of we zin hebben om jonge schildpadden vrij te laten. Ja dus, en zonder veel plichtplegingen krijgen we een emmer kleine schildpadjes in handen gestopt die we op het strand mogen gaan bevrijden.
Als we terugkeren, zien we een paar groepen 'Hornbills' (neushoornvogels) overvliegen. Onze dag kan al niet meer stuk.
's Avonds is het tijd voor het betere werk. Rond half acht (het is hier dan al goed donker) trekken we naar het strand. Wachten. De instructies zijn duidelijk: neerzitten, niet praten, geen lichten, wachten. Er zijn verschillende groepen in het reservaat: 7 westerse bezoekers en een vrij grote groep Indonesische toeristen. Het wachten duurt lang. Rond tien uur is het zover: de ranger komt zeggen dat er een grote zeeschildpad aan land is en op zoek naar een plaats om haar eieren te leggen. Op dat moment steken alle Indonesische toeristen hun lichten aan, beginnen foto's te nemen en te filmen, rennen naar de schildpad om ze te strelen .... De rangers laten even begaan en sturen dan alle Indonesische toeristen terug naar hun kamers. De westerse toeristen mogen blijven. Terug wachten, geen licht, niet praten, ... maar de schildpad is gestoord en begint terug te kruipen naar zee. Spijtig, want voor die dieren is het een enorme inspanning: een gewicht van om en nabij de 150 kg over het mulle zand voortsleuren (zo'n honderd meter), met behulp van een stel poten die gemaakt zijn om te zwemmen, dan zien dat er een stel pipo's met lichten staat te zwaaien en dan heel die zware tocht terug naar zee! Om een idee te geven: de honderd meter van de vloedlijn tot aan het mulle zand, duurt ongeveer een uur.
Tijdens de terugtocht kunnen we het dier goed observeren: het is een 'green turtle' van zo'n 90 centimeter lang en volgens de rangers een honderdvijftig kilo zwaar.
Spijtig dat het zo moest aflopen. Men zou tijdens het legseizoen alle bezoekers van het strand moeten weghouden.
's Anderdaags doen we nog een vogelwandeling (veel apen en een paar exemplaren van de 'little blue kingfisher') en dan de terugtocht. Twee uur door mekaar geschud worden, dan twee uur hels en stinkend verkeer en dan zijn we terug in ons hotel. We krijgen dezelfde kamers die we verlaten hebben.
De volgende dag opstaan om kwart voor vier. Te voet met de rugzakken naar het station (een kwartiertje), we hebben al tickets, dus we kunnen zonder problemen een plaatsje zoeken op de trein die al staat te wachten.
We vinden goede plaatsen en een rustige rit begint. Echter niet voor lang! Elke halte stapt er volk bij op. We zitten al met drie mensen op de plaats van twee, de middengang zit stampvol en door al die drukte passeren er verkopers met snoep, speelgoed, kranten, water, fruit, kwarteleitjes (lekker!) bedelaars, spoorwegpolitie, kaartjesknippers ....
Deze toestand duurt tien uur. Het is ondertussen geweldig warm en we zijn dolgelukkig als we in Malang eindelijk uit de trein rollen.
In Malang zelf is eigenlijk niet veel te zien. Het is een vrij grote stad met een katholieke kerk (die we bezoeken) , een enorm drukke vogelmarkt en veel warenhuizen. De reden waarom we naar hier zijn gekomen is dat dit een goede uitvalsbasis is om de Mount Bromo te bezoeken. We regelen de uitstap via ons guesthouse.
Opstaan om kwart na één (ja, 's nachts). Om half twee worden we opgepikt, samen met twee Nederlanders (kosten delen, weet je wel). Met een comfortabel toeristenbusje brengt men ons naar de voet van een berg. Daar moeten we overstappen in een Toyota 4x4. We zijn een kilometer op weg of de auto begeeft het. De chauffeur probeert het euvel te herstellen, maar dat lukt niet. Hij gaat aanbellen bij een huis een beetje verder en plots zien we hem op een brommer verdwijnen. We blijven dus alleen achter in het donker, op een verlaten bergweg.
Gelukkig komt de chauffeur een kwartiertje later terug met een andere wagen en kan de tocht verder gezet worden.
We genieten van een prachtige zonsopgang, terwijl we tevens een goed uitzicht hebben op twee vulkanen die stoom staan te produceren. Dan met de auto naar Mount Bromo. De weg is verschrikkelijk: steil, grote putten en bulten, kortom in zeer slechte staat.
De auto wordt geparkeerd i!n 'de zandzee', een dorre vlakte, bestaande uit zeer fijn, donker vulkanisch stof, waar totaal niets groeit. De zon begint ondertussen aan kracht te winnen, dus de twee kilometer door het zand tot aan de voet van de vulkaan zijn geen pretje. Het aanbod van de lokale handelaars om ons een paard te verhuren is beneden onze waardigheid, dus we doen het te voet. En dan begint het pas: de berg op. De bodem bestaat uit vulkanisch 'zand', wat het klimmen zeer vermoeiend maakt. We worden ook voortdurende gehinderd door paarden die ons voorbij steken en veel stof doen opwaaien. Eindelijk bereiken we de trappen. Het laatste deel van de beklimming bestaat uit een rechte, steile trap die van het laatste platte stuk rechtstreeks naar de top voert. Het is heet, we zijn ondertussen al doodmoe, maar we halen het. Een blik in de krater die staat te stomen en zwaveldampen te produceren is onze beloning. Onze portie beweging voor deze week (deze maand?) hebben we alvast gehad. Nu afdalen en eindelijk ontbijt!

En voor wie ook de moed heeft om de foto's te bekijken :






6 opmerkingen:

  1. wederom een geweldige verwoording van jullie prachtige reis! Jos bedankt hiervoor!!!
    Ingrid ik geloof echt wel dat je een fantastische reis aan het maken bent.
    en de foto's , tja daar word ik gewoon stil van!!! En da moet ge maar kunnen zene!!!!!
    Groetjes en tot de volgende xxx
    AnnW

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo mama, Jos en An.
    Het lijkt een vermoeiende maar wel heel mooie dag te zijn geweest!
    150 kg zeg voor een schildpad, ben 's terug moeten gaan kijken of ik me niet vergis!
    Heel veel groetjes,
    An

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hey wereldreizigers,
    tziet er allemaal weer prachtig uit!
    tIs superleuk om de verhalen te lezen en vooral om met de fotos alles te kunnen meevolgen!
    Dikke zoenen,
    Leen, Dieter en Hannes xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  4. wat hels allemaal... zal toch een betere conditie moeten kweken wil ik ooit nog eens naar indonesie reizen geloof ik...
    prachtige foto's, en leuk dat jullie die schildpadjes mee mochten bevrijden...

    ilsevdvd

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag avonturiers,

    Ik heb ook zin om te komen! Is er nog een plaatsje vrij? Super-leuk om te lezen wat jullie al allemaal gedaan hebben. Geniet er nog van!

    Veel liefs,
    Christel, Sven, Hanne en Marte xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  6. An, Jos, Ingrid,

    Amai, dat is me weeral een reis met belevenissen - ik verheug me al op de verhalen binnenkort. Prachtige foto's, zo zie ik wat ik gemist heb... Nog vele leuke belevenissen!!!
    leen

    BeantwoordenVerwijderen